Waar kunnen serres warmte delen met hun buren?
Onze provincie heeft maar liefst 1000 ha aan serres op haar grondgebied. In deze serres kweken tuinbouwers tomaten, aardbeien, paprika’s, komkommers en meer van dat lekkers. Hiervoor hebben ze veel warmte nodig om de koude buiten te houden, elektriciteit voor de verlichting en extra CO2 als meststof voor de planten.
Om de CO2-uitstoot van onze provincie naar beneden te krijgen, proberen we zo zuinig mogelijk om te gaan met fossiele energie. Omdat we in de glastuinbouw net veel warmte en CO2 nodig hebben, zijn hier heel wat mogelijkheden om in te zetten op warmtenetten. Bij warmtenetten wisselen warmtegever en warmtenemer (rest)warmte uit. Afhankelijk van de situatie is de serre warmtegever of warmtenemer.
De serre als warmtegever:
Een glastuinbouwbedrijf met een grote WKK kan duurzame warmte leveren aan een nabijgelegen warmtevrager. Dit levert schaalvoordelen op en kan voordelig zijn voor de landbouwer en zijn buren. Want, hierdoor kan hij een installatie plaatsen met een hoger vermogen waardoor de efficiëntie in vele gevallen verhoogt. De landbouwer kan dus zuiniger warmte opwekken en de warmtevrager kan goedkoop warmte afnemen om zijn gebouwen te verwarmen. Dit kan een woonwijk zijn, maar ook een kippenboer die zijn stallen moet verwarmen, een zwembad of een woonzorgcentrum.
De serre als warmtenemer:
Een serre kan natuurlijk ook restwarmte gebruiken van een industrieel proces in de buurt of van een andere duurzame warmtebron in de directe omgeving. De serre kan dan goedkoper en klimaatvriendelijker warmte gebruiken en hoeft zelf minder op te wekken. Glastuinbouwers zijn interessante partners omdat ze ook de CO2 van de verbranding kunnen gebruiken. Net als hierboven kan de warmtegever een grotere WKK of andere warmtebron installeren, wat voor een hoger rendement zorgt.
Glastuinbouwgebiedscan? Zoektocht naar geschikte koppelingen!
Het aanleggen van een warmtenet heeft natuurlijk een hoge kostprijs. Zo moeten er heel wat leidingen gelegd worden en moeten de installatie van de ontvanger aangepast worden, zodat de warmte gebruikt kan worden. Dit maakt dat een warmtenet in de praktijk niet altijd rendabel is én vooral makkelijker op te starten op het moment van een nieuwbouw, uitbreiding, werken aan de verwarmingsinstallaties,…
Om het hele proces te vergemakkelijken en zoveel mogelijk kansen te grijpen, gingen we aan de slag! In 2019 maakte het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) een warmtekaart waarop onder andere de groot- en kleinverbruikers, de WKK’s en de warmtevraagdichtheid te vinden zijn. Onze energiemakelaar en POM Antwerpen gingen met deze en andere gegevens aan het werk. Ze maakten een analyse op de digitale kaarten van onze provincie en koppelde hier een schatting van de investeringskosten aan. Deze glastuinbouwgebiedscan geeft een eerste kijk op de haalbaarheid en kansen voor een bepaald gebied. Hierbij komen zowel grote als kleine kansen naar boven.
Geen warmtenet zonder communicatie
Aangezien warmtenetten vooral gelegd worden bij een uitbreiding of nieuwbouw is het dus belangrijk dat de mogelijkheden ruim op voorhand onderzocht worden. Als de geïnteresseerde partners op voorhand weten wat kan, staan ze klaar om in gang te schieten als een van de partners investeert in een zuinigere energie-installatie, uitbreiding of nieuwbouw.
Benieuwd?
Wil je als glastuinbouwer of gemeente inzicht krijgen in de mogelijkheden? Neem dan contact op met Stan Verdonck. Hij neemt de analyse van jouw omgeving graag met je door op zoek naar partners en wie weet een nieuw warmtenet.